Krimmler Achental
22 Juli 2016
Het pad langs de Krimmler Wasserfälle is beklommen en de dag is pas halverwege. Kortom, nu ik toch aan het begin van het Krimmler Achental sta, kan ik net zo goed een stukje verder lopen. Ik werp nog een laatste blik achterom en zie dat het steeds drukker wordt bij het uitkijkplatform van de bovenste waterval.
Het eerste deel van het dal wordt kenmerkt zich door zogenaamde Grobblockhalden. Dit kan je het beste vertalen als een grote opeenstapeling van silicaat gesteente en rotsblokken. Daarbij wordt de vegetatie gedomineerd door bergdennen en dwergstruiken.
Des te verder ik het dal in wandel, des te meer de bergdennen en dwergstruiken plaats maken voor de Zirbe, oftewel de alpenden. Daarnaast zie je hier ook een verscheidenhheid aan kleine plantjes die profiteren van de hoge luchtvochtigheid. Denk hierbij aan Prunella, Wilde Tijm, Wundklee (Wondklaver), Monnikskap en meerdere Campanula soorten.
Af en toe komen enkele wandelaars mij tegemoet lopen. Zij zijn vanochtend met de taxi naar het Tauernhaus gegaan om vervolgens dalafwaarts terug te lopen naar Krimml. Gisteren heb ik nog wel aan deze optie gedacht, maar toch maar niet gedaan. Achteraf gezien geen verkeerde keuze. Immers, als ik met de taxi omhoog was gereden, dan had ik de helft van een retour Krimmler Wasserfälle moeten missen...
Ik loop gestaag door en er lijkt maar geen eind aan het pad te komen, totdat het pad over een heuveltje heen gaat. Daar waar ik net nog in een smal dal liep met veel dennen aan weerszijden van het pad en een ruig stromende beek, daar sta ik nu in een relatief breed dal, met uitzicht over almweiden en een rustig stormende Krimmler Ache.
Het almendal bestaat uit twintig kleinere almen, welke worden beheerd door lokale bewoners. Het dal loopt nog door tot de bergketen helemaal achteraan op de foto. Daar moet ergens de Krimmler Kees liggen. Dat is de gletsjer waar de Krimmler Ache zijn oorsprong vindt.
Wat ik het meest bijzondere aan deze wandeling vind, dat zijn de verschillende kleuren groen van het gras en de bomen. Af en toe wordt dat onderbroken door een watervalletje of een besneeuwde bergtop. Doe daar nog een kabbelend beekje bij en dan is het nog niet zo gek dat een wandeling in dit dal een zeer ontspannend en rustgevend effect heeft op de mens.
Het loopt tegen enen en de maag begint te rammelen. Stenen genoeg, dus ik kies er eentje uit om op te gaan zitten. Vandaar heb ik een mooi uitzicht over de grazende koeien op de alm. Ik nuttig hier mijn lunch om vervolgens nog een stukje verder het dal in te lopen.
De tocht houdt voor mij op tussen de Söllnalm en de Schöpplalm. Ik moet nog een uur terug, dan nog afdalen langs de waterval om vervolgens met het OV terug naar Neukirchen te reizen. Al me tal, ben ik daar nog wel een middagje mee zoet.
Op de terugweg merk ik dat de koeien vertrokken zijn, onderweg naar een stukje met sappiger gras. Met bovenstaande foto sluit ik dan ook dit verslag af.